Universitair docent (UD) is een wetenschappelijk ambt aan een Nederlandse universiteit. Voor 1985 werd een universitair docent wetenschappelijk medewerker genoemd

UD’s zijn docenten aan een universiteit die officieel bevoegd zijn examens af te nemen en die inhoudelijk en organisatorisch betrokken zijn bij het onderzoek en onderwijs van de afdeling waar zij werkzaam zijn en tevens les geven. UD’s zijn formeel werkzaam onder supervisie van de hoogleraar of universitair hoofddocent van de afdeling waarbij zij werkzaam zijn. Vaak genieten zij echter aanzienlijke vrijheid bij de invulling van hun werkzaamheden. UD’s hebben geen promotierecht en kunnen dus niet optreden als promotor van een promovendus. Wel kunnen zij optreden als copromotor, wat vaak betekent dat zij het grootste deel van de dagelijkse begeleiding van een promovendus voor hun rekening nemen (Bron: Wikipedia).

Doel

Vermeerderen van wetenschappelijke kennis door het mede opzetten van onderzoekprogramma’s, het leiden van wetenschappelijke projecten en het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek binnen de discipline. Uitdragen van wetenschappelijke kennis door het ontwikkelen van onderwijsonderdelen en het verzorgen van onderwijs.

Resultaatgebieden

a. Uitvoering wetenschappelijk onderzoek binnen de discipline:

  • inventariseert en analyseert onderzoeksbehoeften;
  • adviseert over op te zetten onderzoeken en formuleert probleemstellingen;
  • verricht literatuurstudie;
  • draagt zorg voor het verrichten van proefnemingen,waarnemingen, gegevensverzameling e.d.;
  • analyseert en interpreteert de resultaten en rapporteert hierover;
  • draagt nieuwe ideeën aan voor het opzetten van vervolgonderzoek.

b. Acquisitie:

  • selecteert potentiële opdrachtgevers op basis van analyses van maatschappelijke behoeften;
  • dient onderzoeksvoorstellen in volgens kwaliteitseisen van opdrachtgevers;
  • bereidt contracteren van partners en financiers voorinhoudelijke en financiële participatie voor.

c. Begeleiding van wetenschappelijke projecten:

  • stelt mede een onderzoeksprogramma samen;
  • zet het onderzoek inhoudelijk mede op qua probleemstelling,aanpak, methodologie en einddoel;
  • zet het onderzoek organisatorisch mede op qua projectorganisatie, aantal mensen en middelen, fasering,kwaliteitsbewaking en doorlooptijd en kosten.

d. Kennisoverdracht:

  • stelt wetenschappelijke publicaties op n.a.v. uitgevoerde projecten en werkzaamheden;
  • houdt intern en extern voordrachten over uitgevoerde projecten en werkzaamheden;
  • adviseert bij vraagstellingen op basis van reeds uitgevoerd onderzoek.

e. Onderwijsuitvoering:

  • bereidt practica, werkcolleges en hoorcolleges voor;
  • begeleidt practica, werkcolleges en verzorgt hoorcolleges;
  • past afstudeeropdrachten in binnen het onderzoeksplan;
  • levert input voor de beoordeling van afstudeerstudenten;
  • ontwikkelt onderwijsonderdelen.

f. Onderzoeksbegeleiding en coördinatie van onderzoeksprocessen:

  • geeft werkopdrachten en -instructies aan onderwijsondersteunend personeel, passend bij het onderzoeksplan, teneinde de doelstellingen van het onderzoeksplan te realiseren;
  • stelt de te verwachten uitgaven vast in het kader van het onderzoek, uitgaande van het onderzoeksplan en in overleg met de(co)promotor, teneinde periodiek een budget op te stellen.

(Bron: FuWaVAZ: Functiewaardering Vereniging Academische Ziekenhuizen)